donderdag 13 januari 2011

Het oordeel

"En?" vroeg Vriendlief in de auto op weg naar huis.
"Mijn amalgaamvullingen moeten eruit," antwoordde ik, nog enigszins beduusd. Dat de energetisch, orthomoleculair therapeute dáár mee op de proppen kwam, was een verrassing. Vijfentwintig jaar geleden, toen ik net ziek was, had ik me weleens in die vullingen verdiept nadat ik er een artikel over had gelezen in de Viva. Ik had daar destijds mijn klachten in herkend en via de huisarts kwam ik bij een tandarts terecht die kwikvergiftiging kon meten.
"Niks aan de hand," oordeelde die nadat hij heel even met wat knijpers op mijn vingertoppen in de weer was geweest. En ik liet het onderwerp voor wat het was. Al was één kenmerkend woord al die tijd blijven hangen. Gek werd ik ervan. Wanhopig van die metaalsmaak waar niemand me vanaf kon helpen.

Eenmaal thuis ging ik achter de computer zitten. Ik googelde op 'amalgaam' en kreeg kippenvel. In gedachten ging ik jaren terug. Wanneer was ik destijds ziek geworden? Het antwoord was niet zo moeilijk: rond dezelfde periode dat ik voor het eerst sinds jaren weer naar de tandarts geweest was en mijn gebit volledig had laten opknappen.
Eén ding stond vast: of het me iets op zou leveren of niet, die kwikvullingen moesten eruit. Ik liep naar de telefoon. De therapeute had me naar een goede tandarts willen verwijzen, maar ik had eigenwijs geopperd dat mijn eigen tandarts dit vast wel wilde doen. Een beslissing met grote gevolgen. Later zou ik in een boek lezen dat je de aardige tandarts moet wantrouwen die jouw amalgaam wel even uit wil boren. Wist ik veel op dat moment.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten